Schiedam

De SP-Statenfractie wil dat er snel een einde komt aan de onrust die is ontstaan na de benoeming van mevrouw Leemhuis-Stout als waarnemend burgemeester van Schiedam. Die onrust ontstond doordat de zoon van de waarnemend burgemeester volgens de media onderdeel is van een integriteitsonderzoek waar ook de voormalige burgemeester Verver bij betrokken is. Deze zoon van mevrouw Leemhuis-Stout zou werkzaam zijn bij de gemeente Schiedam.

SP-statenlid Bart Vermeulen heeft de commissaris van de Koningin om opheldering gevraagd. De commissaris is verantwoordelijk voor burgemeestersbenoemingen.

Bart Vermeulen: “Leemhuis-Stout heeft van de commissaris de opdracht gekregen om zo snel mogelijk de rust in Schiedam terug te laten keren na de commotie rond de vorige burgemeester, die verdacht werd van ambtsmisbruik en belangenverstrengeling. Nu blijkt het tegenovergestelde, er is juist nog meer onrust ontstaan onder de Schiedammers en in de media. Dit lijkt een erg onhandige keuze te zijn geweest.”

In schriftelijke vragen roept de SP-er de commissaris op om snel met een verklaring te komen waarin een toelichting op deze kwestie wordt gegeven zodat aan de onrust en speculaties een einde kan komen.
Ook vraagt Vermeulen zich af of het feit dat de zoon van Leemhuis-Stout inderdaad onderdeel is van het lopende integriteitsonderzoek een goed verloop van het onderzoek in de weg kan staan.

“Het onderzoek naar de vorige burgemeester moet zo goed mogelijk kunnen verlopen en er moet geen sfeer op het gemeentehuis ontstaan waarbij ambtenaren wellicht door deze nieuwe situatie voorzichtig worden in het melden van de feiten. Deze familiebanden tussen enkele betrokkenen helpen daar denk ik niet bij”, aldus Vermeulen.

De SP-Statenfractie spreekt de hoop uit dat de politieke situatie in Schiedam op zo kort mogelijke termijn weer normaal is.
Bart Vermeulen: “Een verklaring van de commissaris van de Koningin kan daar zeker bij helpen. De inwoners van Schiedam moeten zich geen zorgen hoeven maken om hun gemeentebestuur. Daarnaast hebben ze wel wat anders aan hun hoofd, de bezuinigingen op het openbaar vervoer bijvoorbeeld.”