Schiedam

De Statenfractie van de SP maakt zich zoals veel mensen in Zuid-Holland zorgen over de veiligheid van de dijken. Met name rond de Nieuwe Waterweg en de zuidelijke Randstad staat allerminst vast dat een stormvloed als in 1953 weerstaan kan worden.

De werking van de Maeslantkering blijkt niet zo goed als men verwachtte. Nu wordt deze stormvloedkering verbeterd, waardoor de kans op een watersnood moet halveren tot 1 op 100. Niet alleen moeten de dijken op Deltahoogte komen, maar er is ook waterberging nodig. De waterschappen denken de waterberging in huis te hebben.

Eind februari 2006 heeft staatsecretaris Schultz de Tweede Kamer geantwoord dat er geen acuut gevaar voor veiligheid is inzake de Maeslantkering. Een heftige storm zou zich slechts eens in de 70 jaar voordoen. SP-Statenlid Gerard Harmes wil van Gedeputeerde Staten weten of zij deze zienswijze delen. "Voorzien de bestaande rampenplannen in dit gevaar en zo ja, op welke wijze zijn deze in Zuid-Holland geregeld," wil Harmes weten. "Heeft het college van GS enige grip om de veiligheidsmarge van de Maeslantkering naar een watersnoodkans van 1 op 1000 te brengen."

Van de gemeente Schiedam, die in gevarenzone ligt, werd pas geleden bekend dat de rampenplanen nog niet op orde zijn. Harmes wil weten wanneer de gemeente denkt hun rampenplan op orde te hebben. Volgens het Statenlid moet dat op zeer korte termijn geregeld zijn.

Ongeveer 33 procent van de 931 kilometer dijken is te zwak en daarbij is de veiligheidstoestand onbekend. De bezorgde SP-fractie wil weten waar in Zuid-Holland zich deze zwakte volgens de nieuwe inzichten voordoet.
Harmes is ook benieuwd in hoeverre Rijkswaterstaat de provincie Zuid-Holland bij de veiligheidstoetsing betrokken heeft.