h

Verkiezingsprogramma SP, 2006-2010

1 januari 2006

Verkiezingsprogramma SP, 2006-2010

Wie luistert naar de Schiedammer?

De lokale democratie moet zich niet beperken tot één keer in de vier jaar kiezen. De burgemeester, de wethouders en de gemeenteraad moeten zich vaker in de stad laten zien. Niet alleen om een lintje door te knippen, een eerste paal te slaan of een aftrap te doen, maar om te luisteren naar de Schiedammer. Tot nu toe heeft de gemeentelijke communicatie zich vooral beperkt tot zenden en is het ontvangen er bij ingeschoten. Communiceren is tweerichtingsverkeer, spreken en luisteren. Dat er vervolgens ook wat gedaan moet worden met hetgeen gehoord wordt spreekt voor zich. De gemeente kan kritiek, commentaar en wijze raad niet zonder meer naast zich neerleggen.

Openheid moet de norm zijn in het openbaar bestuur. Iedereen moet het bestuur kunnen controleren. Alle gegevens uit bestuurlijke documenten zijn in beginsel openbaar, maar het beantwoorden van vragen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur zou een stuk opener, sneller en vollediger kunnen. Ook op het gebied van de actieve informatieplicht van het college van burgemeester en wethouders valt nog een wereld te winnen.

Burgers hebben recht op een integer overheidsapparaat. De overheid hoort daarom corruptie en machtsmisbruik actief op te sporen en te bestrijden. De parlementaire enquête naar de bouwfraude heeft laten zien hoe hard dat nodig is. Er moeten heldere gedragsregels komen voor ambtenaren op alle niveaus om ongeoorloofde beïnvloeding te voorkomen.

In de afgelopen vier jaar hebben een aantal raadscommissies een paar keer een werkbezoek gebracht. Dat het een goede werkmethode is bewijst het werkbezoek aan West. Daar leverde het bezoek aan de wijk een lijst van kleine en grotere problemen op, die in de maanden daarna stuk voor stuk uit de weg werden geruimd. Direct contact tussen de wijkbewoners en de gemeenteraadsleden heeft goed gewerkt. Toch zijn er niet meer wijken bezocht. De SP wil dat de gemeenteraad in de komende raadsperiode van vier jaar alle Schiedamse wijken bezoekt. Aan het begin van de raadsperiode wordt een lijst gemaakt, zodat elke wijk weet wanneer ze aan de beurt is. Natuurlijk is er vier jaar lang aandacht voor alle wijken, maar elke wijk hoort in die vier jaar ook bezocht te worden door de gemeenteraad als geheel. Problemen mogen niet doorgeschoven worden naar het volgende wijkbezoek of weggewuifd worden omdat er net een wijkbezoek is geweest.

Wellicht kan Zweden op dit terrein als voorbeeld dienen en krijgen wijkbeheeroverleggen (WBO's) een eigen budget waarmee kleine problemen onmiddellijk opgelost kunnen worden, zonder dat daarvoor de volledige ambtelijke molen in werking moet komen. Controle van de besteding van het budget, dat afhankelijk is van de oppervlakte en het aantal inwoners van de wijk, vindt achteraf plaats. Dergelijke budgetten kunnen aan wijken toevertrouwd worden als er sprake is van een goede representativeit.

De gemeenteraad kan belangrijke beslissingen via een referendum voorleggen aan de bevolking. De invoering van het burgemeestersreferendum vergroot de zeggenschap van de plaatselijke bevolking over de keuze van de burgemeester. Beter nog in ons vertegenwoordigende stelsel zou het zijn de burgemeester te laten kiezen door en uit de gemeenteraad. Er zijn veel meer belangrijke beslissingen die in aanmerking komen voor een referendum. De gemeenteraad moet vaker kijken of het mogelijk is een referendum uit te schrijven. Het moet natuurlijk niet de omgekeerde wereld worden. Er hoeft niet per sé elk jaar een referendum georganiseerd te worden. Dan zou er te krampachtig gezocht worden naar onderwerpen, waarmee het referendum uitgehold wordt. Een referendum moet ook door burgers aangevraagd kunnen worden, zonder al te hoge drempels.

Het burgerinitiatief, waarbij Schiedammers zelf een onderwerp op de agenda van de gemeenteraad kunnen zetten, heeft te hoge drempels. Sinds de mogelijkheid bestaat is er dan ook nog maar één keer gebruik van gemaakt. Het aantal handtekeningen dat onder een burgerinitiatief gezet moet worden, wordt wat de SP betreft van tweehonderd teruggebracht naar honderd. Ook mag een burgerinitiatief nu over een veel te beperkt aantal zaken gaan: een burgerinitiatief mag alleen gaan over zaken waar nooit een raadsbesluit over genomen is. De SP vindt dat die beperking alleen zou moeten gelden voor de huidige raadsperiode. Oftewel: alleen over besluiten die in de afgelopen vier jaar zijn genomen is geen burgerinitiatief mogelijk.

Als geen andere partij is de SP te vinden in de stad. De SP heeft geen aanmoediging nodig om contact te zoeken met de inwoners om te horen wat zij vinden van het gemeentelijk beleid. Ook als het gaat om zaken die niet alleen betrekking hebben op Schiedam, is de SP niet te beroerd om bijvoorbeeld in actie te komen. De SP wil de wereld veranderen en dat betekent dat ze de handen uit de mouwen moet steken. De mensen en middelen van de SP worden dan ook ingezet bij talloze eigen activiteiten en in samenwerking met anderen. Het is ook in die praktijk van alledag dat de standpunten van de SP handen en voeten wordt gegeven.

Met acties op allerlei terreinen, een eigen, goed bijgehouden en actuele website, openbare avonden over allerlei zaken die de Schiedammer aangaan en een stevige inbreng in de gemeenteraad probeert de SP de belangrijke democratische verantwoordelijkheid van de volksvertegenwoordiging een goede invulling te geven.

VEILIGHEID

Meer dan een gevoel? De term veiligheid heeft met de opkomst van de zogenaamde nieuwe politiek een weliswaar heel duidelijke, maar ook heel beperkte invulling gekregen. Wat de SP betreft krijgt veiligheid weer een brede invulling, waarbij de grote aandacht voor veiligheid wel blijft bestaan.

De zorg voor veiligheid is één van de kerntaken van de overheid en moet ook in handen blijven van de overheid. Het toezicht in de publieke ruimte mag dan ook alleen door politieagenten of andere toezichthouders van de overheid gedaan worden. Het kan niet de bedoeling zijn dat er een tweedeling in veiligheid ontstaat. Een tweedeling tussen mensen met geld die veiligheid kunnen 'inkopen' en mensen zonder geld.

Het zich veilig voelen is tot op zekere hoogte een subjectieve beleving. Zo voelen ouderen zich het meest onveilig, terwijl uit onderzoek blijkt, dat met name jongeren veel vaker het slachtoffer worden van (kleine) criminaliteit. Dat neemt niet weg dat het gevoel voor onveiligheid serieus genomen moet worden. De gemeente kan veel doen om de veiligheid objectief te vergroten en daarmee het veiligheidsgevoel te bevorderen.

Zo hoort elke wijk een eigen wijkagent te hebben, die herkenbaar en aanspreekbaar is, en moet er meer aandacht komen voor preventie- en voorlichtingsprojecten op scholen en in wijkcentra. Ook draagt de inrichting van de openbare ruimte en de aanwezigheid van voorzieningen op wijkniveau bij aan een prettige leefomgeving en daarmee aan het veiligheidsgevoel van de burgers. Wijkveiligheidsplannen spelen een belangrijke rol in het vergroten van de veiligheid en het veiligheidsgevoel. Daarom moet er voor elke wijk een dergelijk plan komen.

Het aantal aangiften van bijvoorbeeld diefstal is de afgelopen jaren gedaald. Daaruit mag niet de conclusie getrokken worden dat de criminaliteit ook gedaald is. De bereidheid om aangifte te doen neemt steeds verder af. Dat heeft onder andere te maken met een gebrek aan informatie nadat aangifte gedaan is. De politie moet elke aangifte serieus nemen en aan de aangever laten weten wat er mee gedaan wordt.

Criminaliteit komt in bepaalde wijken meer voor dan in andere. Ook hier zien we de tweedeling in de samenleving schrijnend aan het licht komen. Die criminaliteit staat niet op zichzelf, maar is vaak een gevolg van een opeenstapeling van andere factoren zoals werkloosheid, slechte huisvesting, slecht onderwijs en een gering toekomstperspectief. Criminaliteitsbestrijding heeft volgens de SP alleen kans van slagen als de daarmee samenhangende factoren ook aangepakt worden.

Er moeten meer rechtstreekse en veilige voetgangers- en fietsroutes komen. Bij tijdelijke wegopbrekingen of andere belemmeringen moeten er veilige paden zijn voor voetgangers en fietsers. Schiedam doet mee aan de "stop-de-dief-chip" actie om fietsendiefstal tegen te gaan. Bij alle winkelcentra en stations van trein en metro horen overdekte en beveiligde fietsenstallingen.

De veiligheid, verlichting en toegankelijkheid van de stations van trein en metro moet goed geregeld zijn. De gemeente ziet hierop en op het schoonhouden en onderhouden van deze stations streng toe.

Ook het onderwijs en de kinderopvang moeten schoon en veilig zijn. Iedereen moet de kinderen met een gerust hart overdag kunnen onderbrengen. Er moet een gemeentelijke inventarisatie gemaakt worden van de staat waarin schoolgebouwen verkeren en als er sprake is van onveilige of verwaarloosde situaties, moet er samen met schoolbesturen en de medezeggenschapsraad een plan van aanpak gemaakt worden. Wanneer de rijksmiddelen ontoereikend zijn - en dat is steeds vaker het geval - springt de gemeente financieel bij.

INTEGRATIE

Hoe ga je met elkaar om? Het beleid van de gemeente moet erop gericht zijn dat nieuwe Nederlanders en hun kinderen meedoen en meetellen op alle niveaus in de Nederlandse samenleving. Dat wil zeggen: in de buurt, op school, bij de sportclub, maar zeker ook op het werk. De overheid kan er niet voor zorgen dat mensen overal meedoen en meetellen, maar ze kan wel de voorwaarden scheppen waarmee mensen een maximale kans op succes krijgen om een volwaardige positie binnen de Nederlandse samenleving te verwerven. Veel nieuwe Nederlanders staan op dit moment op achterstand, met name wat betreft taal, opleiding, werk en inkomen. In sommige buurten is de concentratie van mensen in een achterstandspositie zo groot, dat dit funest is voor de ontwikkelingskansen van hun kinderen. Bovendien beperken dergelijke concentratiewijken de kans dat mensen echt op alle niveaus samen leven. Daarom moeten we koste wat kost voorkomen dat de segregatie van Schiedam nog verder doorzet.

Het woningtoewijzingssysteem moet op de schop, zodat de gemeente een instrument in handen krijgt om tweedeling tussen witte en zwarte wijken te voorkomen. Dit kan door inkomen op een slimme manier te gebruiken bij de toewijzing van huurwoningen. Mensen met een laag inkomen krijgen meer kans op een woning in een witte kansrijke wijk/buurt, mensen met een wat hoger inkomen krijgen meer kans op een woning in een zwarte kansarme wijk/buurt. Dit instrument wordt ingezet voor een beperkt deel van alle huurwoningen. Dat moet er bovendien toe leiden dat de positie van starters en mensen met een laag inkomen op de hele Schiedamse woningmarkt per saldo verbetert.

In het Schiedamse basisonderwijs is een toenemende segregatietendens zichtbaar, die voor een groot deel wordt veroorzaakt door het verschijnsel 'witte vlucht'. Dit belemmert de integratie en zorgt voor een extra concentratie van kansarmoede in kansarme wijken. Daarom moet de gemeente samen met de scholen alles op alles zetten om witte vlucht tegen te gaan.

De SP stond een aantal jaren geleden nog alleen op het standpunt dat de witte vlucht een serieus probleem is dat bestreden dient te worden, dat is nu gelukkig anders. Doelstelling is dat de school een afspiegeling vormt van de kinderen in de wijk. Scholen worden dus niet verantwoordelijk voor het corrigeren van scheefgroei in de volkshuisvesting. Dat is te realiseren door schoolgebouwen, daar waar dat mogelijk is, beter over de stad te spreiden. Op korte termijn is aanzienlijke winst te boeken met goed afspraken over het mengen van scholen. Als de gemeente samen met alle scholen bindende afspraken kan maken over de spreiding van achterstandsleerlingen, dan wordt al een flinke slag gemaakt. Daarbij zou gewerkt moeten worden met een vast inschrijfmoment - bijvoorbeeld 2,5 jaar - een "acceptatieplicht" en dubbele wachtlijsten.

Veel nieuwe Nederlanders en hun kinderen staan op dit moment op achterstand, met name wat betreft taal, opleiding, werk en inkomen. Die achterstand moet zo snel mogelijk worden ingelopen, om te voorkomen dat we in Nederland een groep tweederangs burgers krijgen. Daarnaast blijkt uit tal van onderzoeken dat er ook sprake is van achterstelling. Allochtonen verdienen vaak minder en zijn vaker werkloos terwijl ze dezelfde opleiding hebben als hun autochtone collega's. Daar moet een eind aan komen.

Taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen moeten vroegtijdig worden opgespoord door het consultatiebureau. Voor ouder en kind moeten speciale programma's komen om geconstateerde achterstand zo snel mogelijk in te lopen. Ook als pas op latere leeftijd (tot en met 12 jaar) achterstanden worden 'ontdekt' komen ouders en kind voor zo'n programma in aanmerking.

Samen met het beroepsonderwijs start de gemeente een deltaplan tegen schooluitval. Elke leerling gaat met een startkwalificatie van school. Er moet in elk geval een goede bovenschoolse opvang komen om vroegtijdig schoolverlaten maximaal terug te dringen.

Het gemeentelijk personeelsbestand dient een afspiegeling te zijn van de Schiedamse beroepsbevolking. Waar de samenleving verkleurt, kan de gemeente het zichzelf niet permitteren een relatief witte organisatie te zijn. Bovendien vervult de gemeente een belangrijke voorbeeldfunctie. Daarom formuleert de gemeente heldere en haalbare doelstellingen met betrekking tot aanname, ontslag en promotie van personeel uit allochtone groepen. Met grote bedrijven en instellingen in Schiedam worden concrete afspraken gemaakt om het personeelsbestand een afspiegeling te laten zijn van de Schiedamse beroepsbevolking. Er worden heldere en haalbare doelstellingen geformuleerd. Elk jaar wordt er een 'samen leven' prijs uitgereikt aan de beste scorende organisatie.

Door het Haagse asielbeleid lopen in Nederland duizenden mensen illegaal rond zonder enige status en perspectief op een menswaardige toekomst. Het kabinetsbeleid is inhumaan en contraproductief zolang er geen generaal pardon komt voor de 26.000 vluchtelingen die onder de oude vreemdelingenwet vallen. Schiedam kan in de praktijk weinig aanrichten tegen dit harde Haagse beleid. Het enige dat de stad kan doen is de Haagse politiek laten weten dat de Schiedammers niet kunnen leven met een dergelijk hardvochtig beleid.

WERK en INKOMEN

Krijgt iedereen wat hij verdient? Nederland klimt langzaam weer uit het dal en hopelijk kunnen ook veel inwoners van Schiedam daarvan profiteren. Zoals het er nu voor staat, met de plannen van Balkenende en de zijnen, worden juist de mensen die al meer hebben er beter van. Anderen hebben te maken met een hogere energierekening en een hoge premie voor de nieuwe ziektekostenverzekering, terwijl ze al een aantal jaren flink hebben moeten inleveren door de nullijn van het kabinet. De sociaal-economische tweedeling groeit en de kloof tussen arm en rijk neemt toe. De verschillen tussen mensen met en mensen zonder werk worden groter. Wie geen werk heeft kan nauwelijks rondkomen en wie wel werk heeft moet steeds harder werken. De mens leeft niet om te werken maar werkt om te leven en daar past een behoorlijk inkomen bij. Mensen die werken in sectoren die van primair belang zijn voor onze samenleving, zoals de zorg en het onderwijs, verdienen een inkomen waaruit een grotere waardering voor hun taak blijkt.

Naast een fatsoenlijke beloning, zijn goede werkomstandigheden noodzakelijk om je werk goed te kunnen doen. Uiteraard geldt dit ook voor gemeentepersoneel. De gemeente als werkgever moet een voorbeeldfunctie vervullen als het gaat om salarisbetalingen en optimale arbeidsomstandigheden. Werken in de publieke sector heeft een slechte naam gekregen. Ook het imago van gemeente als werkgever is er, door het voortdurende gemekker dat de 'markt' alles beter, sneller en efficiënter kan, niet beter op geworden. Het vertrouwen in een baan bij de overheid kan alleen hersteld worden als die overheid in zichzelf gelooft en het onterechte minderwaardigheidsgevoel overboord zet. Het simpelweg overnemen van de arbeidsvoorwaarden die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten of het College van Arbeidszaken zijn uitgedacht vindt de SP onvoldoende. De inkomsten van ambtenaren in de lagere en midden salarisgroepen zijn sterk achtergebleven bij de salarisontwikkelingen in de marktsector. Wie het publieke domein wil heroveren op de markt moet ook marktconform betalen.

De uitvoering van de sociale zekerheid wordt steeds meer overgelaten aan de gemeenten. Sociale diensten kunnen de hoeveelheid werk niet meer aan met als gevolg lange behandeltijden van uitkeringsaanvragen. Door het aantrekken van goed gekwalificeerd personeel en vereenvoudiging van procedures kan aan de uitvoering van onder andere de Bijstandswet nog veel verbeterd worden. Dat begint met het inzicht en de politieke keuze dat niet elke uitkeringsgerechtigde gezien wordt als potentiële fraudeur. Aanvraagprocedures en formulieren worden zo eenvoudig mogelijk gehouden. De gemeente springt terughoudend om met de toepassing van de Wet Boeten en Maatregelen. De bijzondere bijstand wordt verruimd. Alle bijstand wordt verstrekt als gift. Geldleningen uit hoofde van de bijzondere bijstand worden niet meer verstrekt, noodzakelijke uitkeringen worden zonder omwegen betaald. Het heeft geen zin mensen met lage inkomens met schulden op te zadelen.

Een tweede onvoorwaardelijke keuze moet gemaakt worden voor mensen die op grond van handicap of arbeidsongeschiktheid recht hebben of aanspraak maken op de rechtsbescherming van de overheid. Werknemers in de Sociale Werkvoorziening (bij de BGS) mogen niet ingezet worden met als doel de rentabiliteit van de BGS te verhogen of de tekorten te dekken die ontstaan als gevolg van de huidige budgetfinanciering. Werk moet geschikt gemaakt worden voor mensen en niet andersom. Dat geldt met name voor het werk in SW-verband. Ziekte en arbeidsongeschiktheid worden zo voorkomen en het bevorderd tevens de uitstroom vanuit de BGS naar reguliere banen. De SP is voorstander van die uitstroom onder de voorwaarde dat er een terugkeergarantie geldt voor werknemers waarvan in de praktijk blijkt dat zij niet kunnen functioneren in een regulier bedrijf. Daarom vindt de SP dat de marktwerking in de sociale werkvoorziening moet worden teruggedrongen. Niet de productienorm maar de menselijke waardigheid moet voorop staan.

De tewerkstelling van uitkeringsgerechtigden in Work-Firstprojecten zoals Schiewerk, onder het mom van het opdoen van werkervaring, mag geen verdringing betekenen voor bijvoorbeeld de BGS. Schiewerk kan alleen voortgezet worden als de mensen die daar aan de slag gaan écht de kans krijgen werkervaring op te doen en scholing te volgen en alleen als er een garantie is dat de uitkeringsgerechtigde door kan stromen naar een reguliere baan. Schiewerk mag door de gemeente niet gebruikt worden als afschrikwekkend middel om te voorkomen dat mensen een bijstandsuitkering aanvragen.

Het niet-gebruik van voorzieningen zoals bijzondere bijstand, kwijtschelding voor gemeentelijke belastingen en zorg- en huurtoeslag is nog steeds hoog. Het invullen van aanvraagformulieren wordt door velen als moeilijk gezien en ook is er bij mensen formulierenangst: er zijn echt mensen die bij het zien van een formulier al wit wegtrekken en het daarom maar laten zitten. Doodzonde, want ze laten honderden euro's per jaar liggen. Naar voorbeeld van Amsterdam, Rotterdam en Hengelo zou een formulierenbrigade ingesteld moeten worden in Schiedam. Uit initiatieven in die steden blijkt dat een formulierenbrigade bijdraagt aan het tegengaan van het niet-gebruik van allerlei voorzieningen voor minima. Een Schiedamse formulierenbrigade kan een waardevol instrument zijn om het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan en daarmee de inkomenspositie van minimahuishoudens te verbeteren.

Het verlies van WIW- en ID-banen is niet alleen verlies van werk voor de mensen die op deze manier nuttig werk verrichten als stadswacht en conciërge op school. Het is ook een verlies voor de burgers en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente. De gemeente moet meer geld uittrekken om mensen betaald werk te laten doen in het belang van de gemeenschap. De gemeente neemt waar mogelijk mensen die nu in een gesubsidieerde baan voor haar werken in dienst.

Maar liefst 1800 mensen maken gebruik van de voedselpaketten die verstrekt worden door de Voedselbank in Rotterdam. Het is goed om te zien dat allerlei mensen en instellingen zich belangeloos inzetten voor anderen. Maar het is een schande dat het nodig is. De gemeente moet zich inzetten om te voorkomen dat mensen noodgedwongen gebruik moeten maken van de Voedselbank. Toch zullen er mensen zijn die - buiten de schuld van de gemeente, door het beleid van de Rijksoverheid - op de Voedselbank aangewezen zijn. Daarom steunt de gemeente het initiatief in Rotterdam.

ONDERNEMEN

Kan dat in Schiedam? Het midden- en kleinbedrijf (MKB) vormt de motor van de stadseconomie en startende ondernemers zijn de aanjagers van het bedrijfsleven. Het MKB verdient daarom speciale aandacht. Schiedamse ondernemers worden erg veel gehinderd door openliggende straten. In de planning van projecten om de openbare ruimte te verbeteren wordt nog te weinig rekening gehouden met de detailhandel. Zo zou het niet mogen voorkomen dat, doordat meerdere projecten tegelijkertijd worden uitgevoerd, winkelgebieden nagenoeg onbereikbaar zijn. Als een aannemer er niet in slaagt om binnen de geplande tijd de werkzaamheden af te ronden, dan krijgt de aannemer een boete opgelegd die wordt uitgekeeerd aan gedupeerde ondernemers. Schiedam kan een voorbeeld nemen aan Amsterdam waar al wordt gewerkt met een dergelijke boete bij vertraging.

Een probleem waar veel ondernemers in de binnenstad mee kampen is het vreemde parkeerbeleid. Inmiddels zijn een aantal aanpassingen gedaan, maar het parkeerbeleid is nog lang niet optimaal geregeld. In de komende raadsperiode moet de gemeente het parkeerbeleid nog eens goed onder de loep nemen en daar waar nodig verbeteren.

Speciale regels over reclameuitingen, uitstallingen en rolluiken kunnen niet zomaar worden opgelegd. Een ondernemer kan niet worden gesommeerd een rolluik te verwijderen, dat er al jaren zit, omdat de regels veranderd zijn. De nieuwe regels kunnen met een stimuleringsbeleid voor zittende ondernemers en met goede voorlichting en strenge handhaving voor startende ondernemers zorgen voor een aantrekkelijk winkelgebied.

Een bijzondere manier om het ondernemerschap te bevorderen is de mogelijkheid om tijdelijk met behoud van een uitkering een onderneming te starten. De gemeente moet optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die de wet daar in biedt.

Het ondernemersloket moet de rol vervullen die je verwacht bij een dergelijke naam. Het ondernemerloket moet hét aanspreekpunt worden voor ondernemers in Schiedam. Geen doorgeefluik, maar begeleiding en advisering van startende en zittende ondernemers. Natuurlijk zijn ondernemers zelf verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van hun bedrijf. Omdat de gemeente een bloeiend bedrijfsleven wil, moet de gemeente een gidsende rol op zich nemen. Een gids in het oerwoud aan regels en wetten waarmee een ondernemer te maken krijgt. Een gids die niet met tien vingers tien kanten opwijst, maar die helpt alle benodigde formulieren te verzamelen, in te vullen en in te leveren. Als een ondernemer dat liever zelf doet, is dat natuurlijk prima, maar een ondernemer wil ondernemen en niet ook nog eens ambtenaar zijn.

WONEN

Een huis voor elke Schiedammer? Als de overheid het ergens heeft laten afweten dan is het wel op het terrein van de volkshuisvesting. Betaalbaar wonen is een schaars artikel geworden. De hele woningmarkt is er steeds meer op gericht om de koopkrachtige consument, die behoefte heeft aan ruime en luxe woningen op groene en aantrekkelijke locaties te gerieven. Projectontwikkelaars bepalen het huisvestingsbeleid en de gemeente staat aan de zijlijn toe te kijken. De Schiedamse corporaties zijn al wat jaren geleden omgevormd tot één monopolist. Die monopolist, Woonplus, noemt zichzelf tegenwoordig sociale ondernemer.

Als schaamlap voor het falend volkshuisvestingsbeleid is de doorstroming een doel op zichzelf geworden. Het argument dat er aan het einde van een verhuisreeks een sociale woning vrijkomt wordt gebruikt als hét excuus om alleen maar dure nieuwbouw te realiseren. En als er in die vrijgekomen sociale woning mensen gaan wonen voor wie, gezien hun inkomen, die woning bedoeld is, schreeuwt het gemeentebestuur moord en brand. De wijk krijgt volgens dat bestuur sociaal economisch gezien een wel erg eenzijdige samenstelling. En dat wordt slecht voor de wijk gevonden. Om mensen met een hoger inkomen terug die wijk in te krijgen worden vervolgens betaalbare sociale woningen gesloopt of omgebouwd tot duurdere appartementen.

Het beleid van Schiedam is er de afgelopen jaren op gericht om van de gemeente een luxe slaapstad te maken voor de beter gesitueerden. Dure woningbouwprojecten als Sveaparken, het Ensemble en het Land van Belofte worden, vaak met financiële steun van de gemeente, uit de grond gestampt. Binnen de gemeentegrenzen is er de laatste jaren in de sociale woningbouwsector niets gebouwd. Sterker, in die sector is er alleen maar gesloopt. Al heet dat tegenwoordig met dure woorden herstructurering en differentiatie, feit is dat er steeds meer betaalbare woningen aan de voorraad onttrokken worden.

Er is op regionaal niveau nauwelijks sprake van afstemming in het volkshuisvestingsbeleid. In de Rijnmond wordt fors gesloopt en niemand vraagt zich af waar de mensen die gedwongen worden te verhuizen terecht kunnen. Men vindt het belangrijker om koopkrachtige woonconsumenten aan te trekken. Als er geen woningen in de sociale sector gebouwd worden moet het op welke manier dan ook onttrekken van bestaande woningen uit die sector stoppen. Alle sloop van sociale woningbouw die voor de komende jaren nog gepland is, moet worden heroverwogen.

De SP is voorstaander van gedifferentieerde wijken en van gedifferentieerd bouwen. Geconstateerd moet worden dat er van dat laatste in Schiedam geen sprake is. Na jarenlang eenzijdig beleid van dure nieuwbouw moet het accent komen te liggen op verbetering en nieuwbouw van betaalbare huur- en koopwoningen. De gemeente moet hierbij het voortouw en de regie strak in handen nemen. Er is door alle ingrepen in de lokale woningmarkt een enorm probleem voor starters op die markt. De gemeente moet in overleg met partners, zoals Woonplus, zorgen dat er veel meer starterswoningen komen. Er moet hard opgetreden worden tegen huisjesmelkers, die woningen slecht onderhouden en schrikbarend hoge huren vragen. Overbewoning moet met kracht bestreden worden, de gemeente mag illegale pensions niet tolereren. Indien er geen partners zijn om deze accentverschuiving ten behoeve van mensen met lagere inkomens te verwezenlijken, dient het eigen gemeentelijk woningbedrijf in ere te worden hersteld.

De eenzijdige bevolkingssamenstelling in de villawijken leidt tot een ongewenste sociale en ruimtelijke segregatie. Om dit te doorbreken moeten in die wijken goedkope woningen gebouwd worden.

Woonplus moet niet als makelaar of projectontwikkelaar optreden. Het beleid moet in overeenstemming zijn met de sociale taak, het huisvesten van de doelgroep. In nauw overleg met de gemeente moeten zij streven naar een zo goed mogelijk aansluitend woningbestand en doorstroming voor alle woningzoekenden die op dat bestand zijn aangewezen.

De starters op de woningmarkt lijken een vergeten groep. Er is een groot te kort aan woningen voor onder andere jongeren die het ouderlijk huis willen verlaten of die een gezinnetje willen stichten. De komende jaren moet de gemeente zich inzetten voor een woningaanbod dat specifiek gericht is op deze doelgroep.

Het komt steeds vaker voor dat ouders, van wie de kinderen het huis uit zijn, met zijn tweeën in een grote eengezinswoning blijven wonen, terwijl ze best kleiner willen. Door voor deze categorie kleinere, maar wel aantrekkelijke en betaalbare woningen te bouwen komen eengezinswoningen weer beschikbaar voor grote gezinnen.

De SP is van mening dat fatsoenlijke huisvesting nog steeds een recht is dat door de overheid gegarandeerd moet worden. Daarom moet de gemeente verantwoordelijk blijven voor het volkshuisvestingsbeleid. Deze verantwoordelijkheid moet veel meer tot haar recht komen bij afspraken met derden (corporaties, projectontwikkelaars en dergelijke) Ook bewoners moeten veel meer dan nu het geval is betrokken worden bij de ontwikkeling en inrichting van hun directe leefomgeving. Hiervoor moeten openbare en democratische procedures worden opgezet die leiden tot werkelijke invloed op het gemeentebeleid.

ONDERWIJS

Waar heb je dat geleerd? De gemeente is medeverantwoordelijk voor een goed onderwijsbeleid. Een beleid dat al begint bij de kinderopvang. Initiatieven om te komen tot een verdere uitbreiding van de buitenschoolse en voorschoolse opvang dienen daarom ondersteund en verder ontwikkeld te worden. De "brede school" moet een echte brede school worden. Dat wil zeggen dat naast het onderwijs ook voorzieningen uit andere maatschappelijke sectoren geconcentreerd worden, zoals gezondheidszorg, sociaal cultureel werk, ouderhulp en politie. Zo zou, om een voorbeeld te noemen, het schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs uitgebreid moeten worden.

De steeds verder toenemende werkdruk heeft nadelige gevolgen voor zowel het onderwijzend personeel als voor de kwaliteit van het onderwijs. Individuele aandacht voor het kind en belangrijke vakken zoals bewegingsonderwijs, sport, handvaardigheid en muziek dreigen hierdoor in de verdrukking te komen. In een waterrijk gebied als Schiedam is het van belang dat schoolzwemmen op het lesprogramma blijft staan. Wel zou ervoor gekozen kunnen worden de lessen te beperken tot diegenen die nog geen A- en B-diploma hebben behaald. Daarna zouden de zwemlessen kunnen worden vervangen door gymlessen.

Onderwijs levert een onmisbare bijdrage aan de vorming van kritische, mondige en zelfstandige burgers. Vanwege dit maatschappelijke belang mag het onderwijs nooit in handen vallen van de commercie. Sponsoring en reclame-uitingen moeten van de scholen vandaan blijven. De zogenaamde vrijwillige ouderbijdrage moet echt vrijwillig zijn. Als dat betekent dat een school bepaalde activiteiten niet aan haar leerlingen kan aanbieden, dan moet de gemeente bijspringen.

Bij het stichten van nieuwe scholen moet worden gestreefd naar een zo breed mogelijk aanbod en het ontstaan van "witte" en "zwarte" scholen moet actief tegengegaan worden. Daar waar sprake is van zwarte scholen moet door een doordacht spreidingsbeleid - in samenwerking met andere scholen, ouders en leerlingen - gekomen worden tot een meer evenwichtige afspiegeling van de samenleving. Dit betekent ook dat er veel meer aandacht moet komen voor een demografisch gedifferentieerde bevolkingsopbouw in wijken. Het in stand houden van zwarte scholen is een rem op de integratie, zorgt voor teruggang in de kwaliteit van het onderwijs en zet daarmee een hele generatie jongeren op een vaak niet meer in te lopen achterstand.

Niet alleen het onderwijs moet kwalitatief goed zijn maar ook de faciliteiten moeten in orde zijn. Dit betekent niet alleen voldoende lesmateriaal, computers en dergelijke maar vooral ook veilige en schone scholen. Van gemeentewege wordt er een inventarisatie gemaakt van de staat waarin schoolgebouwen verkeren en wordt er, indien er sprake is van onveilige of verwaarloosde situaties samen met schoolbesturen en de medezeggenschapsraad een plan van aanpak gemaakt. Wanneer de rijksmiddelen ontoereikend zijn springt de gemeente financieel bij.

CULTUUR

Welke werkelijkheid zie jij? Cultuur wordt wel omschreven als een stelsel van waarden, opvattingen, ideeën en beelden, die door mensen over de werkelijkheid gevormd worden. Cultuur maakt zichtbaar welke betekenissen er aan de werkelijkheid gegeven worden. Een samenleving ontleent hieraan haar identiteit. Ook een lokale samenleving van culturele uitwisseling is nog nooit iemand slechter geworden.

Een actief kunst- en cultuurbeleid speelt in dat proces een belangrijke rol, vooral als het gaat om het uitdrukken van eigen gevoelens en inzichten en het kunnen waarderen van de uitdrukking van anderen. Culturele uitwisseling wordt anders een loos begrip.

Kunst en cultuur zijn geen maatschappelijk geïsoleerde instituten. Van de cultuursector mag verwacht worden dat zij andere doelen dient dan alleen zichzelf en zich, al is het maar ter rechtvaardiging van publieke ondersteuning, maatschappelijk verantwoordt. Dat kan alleen maar als het beleid ingebed is in een brede sociale doelstelling en raakvlakken heeft met andere sectoren zoals bijvoorbeeld stadsvernieuwing, onderwijs en recreatie. Dit laat overigens onverlet dat kunst, als zingevend medium, een intrinsieke waarde heeft en niets te maken heeft met kijkcijfers of bezoekersaantallen. De alles overheersende rol van de markt krijgt ook steeds meer grip op de cultuursector. Als financieel-economische motieven voorop staan, blijft voor cultuur slechts de rol als productiefactor over. Net zo als bij alle andere maatschappelijke sectoren die onderhevig zijn aan liberalisering, deregulering en privatisering leidt dat enerzijds tot verschraling van het aanbod en, anderzijds, tot ongelijkheid en uitsluiting.

Culturele achterstelling (van vaak gemarginaliseerde groepen) gevoegd bij een afnemende culturele diversiteit geeft ruim baan aan commerciële toe-eigening van de publieke cultuursector. De SP ziet kunst en cultuur als belangrijk tegenwicht tegen de oprukkende vercommercialisering van de samenleving. Serieuze aandacht voor kunst en cultuur betekent serieuze aandacht voor de manier waarop wij met elkaar omgaan en hoe wij ideeën uitwisselen. Hierbij is er plaats voor zowel amateuristische en professionele kunst. Burgers moeten meer betrokken worden bij de totstandkoming van kunst in openbare ruimten. De rol van de commissie die adviseert over kunst in de openbare ruimte moet uitgebreid worden.

Het gemeentelijke kunst en cultuurbeleid moet letterlijk en figuurlijk ruimte scheppen om de burgers actief en/of passief aan kunst en cultuur te kunnen laten deelnemen. Naast een professionele programmering biedt Schiedam ruimte aan lokale culturele activiteiten. Er komt een fatsoenlijk accommodatiebeleid om te voorzien in voldoende ateliers en oefenruimten voor de vele culturele initiatieven die de gemeente rijk is. De musea waar Schiedam over beschikt, zijn een kostbaar bezit. De gemeente moet daar op een verstandige wijze mee omgaan. Omdat publiek geld - hoewel beperkt - wordt ingezet om de musea te steunen, mag de gemeente ook van de musea verwachten dat ze zich breed inzetten in de Schiedamse samenleving.

Er mag geen bedreiging zijn voor het aantal bibliotheekvoorzieningen. Budgettaire redenen wegen niet op tegen de belangrijke functie die bibliotheken hebben op het gebied van leesbevordering en als ontmoetingsplek. Bibliotheken moeten voor iedereen bereikbaar zijn. Dit betekent voldoende filialen door de gehele gemeente heen. De gesloten filialen in Nieuwland en de wijk Zuid zijn vervangen door voorzieningen van een veel lager niveau. Als het aan de SP ligt krijgen deze twee wijken weer een volwaardig bibliotheekfiliaal.

Andere culturele voorzieningen die door het college in het verdomhoekje zijn gezet, worden daar weer uitgehaald. De Artotheek, ELS inc., het Filmhuis en Jeugdtheater de Teerstoof blijven bestaan. Ze hebben een bijzonder goede invulling gegeven aan de brede sociale doelstelling die je van dergelijke initiatieven mag verwachten. Deze instellingen mogen rekenen op inzet van de gemeente, onder andere om te zorgen voor fatsoenlijke huisvesting.

Er is in de afgelopen jaren in Schiedam heel wat bijgebouwd en heel wat gesloopt. Om te voorkomen dat wat ons nog rest aan historische gebouwen verloren gaat moet er met dit erfgoed uiterst zorgvuldig omgesprongen worden. Er moet voor het behoud voldoende middelen gereserveerd worden. De regels en wetten met betrekking tot het onderhoud van monumenten en het verbouwen van deze historische gebouwen moet de gemeente strikt naleven en handhaven.

SPORT

Beweeg je wel genoeg? Sport is een onmisbaar onderdeel van onze samenleving. Twee op de drie Nederlanders beoefenen dan ook een sport. Dat het beoefenen van een sport en het ontwikkelen van fysieke capaciteiten een gunstig effect heeft op de lichamelijke en geestelijke gezondheid is alom bekend. Omdat sport ook regelmatig in verenigingsverband wordt beoefend is het daarnaast ook van belang voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Verder speelt sport een belangrijke rol bij de integratie van minderheden.

De gemeentelijke overheid heeft een belangrijke taak in het ontwikkelen en in stand houden van voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening. De gemeente moet er dan ook voor zorgen dat er een laagdrempelig en toegankelijk sportaanbod geboden wordt. De lasten van sportverenigingen moeten verlaagd worden om de financiele ruinte te vergroten. Om die financiële positie af te laten hangen van de baromzet (bierverkoop) staat haaks op de doelstellingen van sportbeoefening. De gemeente moet meer aandacht besteden aan sport- en speldeelname door de jeugd. Financiële ondersteuning van schoolsportdagen en andere op bevordering van sportdeelname gerichte activiteiten zijn dan ook een wezenlijk onderdeel van het gemeentelijke beleid.

Niet alleen in verenigingsverband moet er meer aandacht komen voor sport en bewegen. Alle scholen moeten voldoende (financiële) ruimte krijgen om voor de gymlessen vakleerkrachten in te huren. Als het Rijk niet over de brug komt, dan springt de gemeente bij.

Buiten spelen is voor kinderen niet alleen leuk, het heeft ook een positief effect op de sociaal-emotionele, verstandelijke en motorische ontwikkeling van kinderen. Diverse rapporten en resoluties wijzen op het recht van kinderen om buiten te (kunnen) spelen. Maar steeds vaker moet buitenspeelruimte het afleggen tegen woningbouw, parkeerplaatsen en andere infrastructuur. De gemeente is verantwoordelijk voor de invulling van de stad en dus ook voor de planning van buitenspeelruimten. De SP wil een minimumnorm van 3 procent hanteren voor buitenspeelruimte. Op deze manier ontwikkelt de gemeente Schiedam een pro-actief beleid voor het recht op buiten spelen.

RUIMTE en GROEN

Is er nog milieu? Ruimte is een schaars goed in Nederland. Als alle ruimteclaims gehonoreerd zouden worden, moeten we op z'n minst België en een stuk van Frankrijk annexeren. We moeten dus zeer overwogen en zuinig met de ruimte omgaan. We gunnen iedereen een huis met een tuin, voor en achter, maar nu de grenzen van Schiedam bereikt zijn is er geen ruimte beschikbaar voor grote uitbreidings- en nieuwbouw-plannen. Wat dat betreft is de gemeente een beheergemeente. Nieuwbouw is alleen mogelijk in binnenstedelijke gebieden, door verdichting of herstructurering. Dat gaat of ten koste van groen en openbare ruimte of van betaalbare woningen. Het kan niet zo zijn dat de mogelijkheden voor mensen met veel geld om dure huizen te kopen ten koste gaat van de vrijheid van anderen op woongenot of om van de ruimte te genieten.

De kwaliteit van de stad wordt voor een groot deel bepaald door water en groen. SP is van mening dat het huidige oppervlakte aan groen en water behouden moet blijven, bij voorkeur zelfs uitgebreid moet worden. Bestaande woningen, zeker in de goedkopere sector mogen niet verdwijnen ten behoeve van ruimte vretende dure nieuwbouw.

Aan de noordkant wordt de gemeente begrensd door landelijk (agrarisch)-, recreatie- en natuurgebied. Een uniek landschap met een waardevolle ecologische functie en een bijzonder karakter: een kostbaar goed in de overvolle randstad. Midden-Delfland mag niet opgeofferd worden aan de grillen van de markt. Gezien het algemeen onderkende belang van deze unieke kwaliteiten, de stilte en recreatiemogelijkheden dicht bij huis en het openbare karakter van deze gebieden ligt de verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud bij de overheid.

Doorsnijding van dit waardevolle gebied door een snelweg is uit den boze, vooral als je je bedenkt dat die snelweg de problemen die ze moet oplossen niet oplost. Er is inmiddels aangetoond dat de A4-noord de mobiliteitsproblemen in de Rijnmond niet verminderd maar verergerd. Bovendien komt de gezondheid van de aanwonenenden van het tracé in het geding. De flats aan beide zijden van het dijklichaam zullen erg veel last krijgen van onder andere fijnstof.

Het Midden-Delfland mag ook niet verkleind worden door de randen van de stad telkens een beetje te verleggen. Wat de SP betreft wordt er niet meer gebouwd in groene gebieden. Niet alleen niet aan de noordkant van de stad, maar ook niet ín de stad. De parken en de groene long als geheel moeten gehandhaafd blijven en mogen op geen enkele wijze geofferd worden. De groene long en de Schiedamse parken verdienen meer aandacht, bijvoorbeeld door een eigen bestemmingsplan te maken voor de groene gebieden.

De maatschappelijke aandacht die er de afgelopen jaren voor het milieu geweest is heeft er toe geleid dat het op een aantal terreinen beter gaat. Maar we zijn er nog lang niet en het milieubeleid is dan ook ten onrechte op een lagere plaats van de agenda terechtgekomen. Dit moet veranderen. De gemeente moet niet alleen bij de Rijksoverheid aandringen op strengere emissie-eisen van gevaarlijke stoffen in de industrie, maar moet zelf ook een actief milieubeleid voeren, zonder dat daarbij de consumenten worden opgezadeld met hogere lasten.

Het moet voor de burger duidelijk zijn welke bedrijven er zich in de wijk bevinden. Ook de gevaren van zo'n bedrijf moeten bij de omwonenden bekend zijn. Is er sprake van enig gevaar voor de omwonende dan moet het bedrijf zo snel mogelijk uit de wijk verhuizen. Dit geldt ook voor verkoop- en opslagpunten van vuurwerk. De gemeente moet er naar streven deze punten zoveel mogelijk buiten woonwijken te houden. Milieucontroles bij bedrijven moeten verder worden aangescherpt en overtredingen moeten bestraft worden in plaats van oogluikend toe te staan. Het ontstane cultuurtje van gedoogbeleid, het door de vingers zien van overtredingen, moet zo snel mogelijk verdwijnen.

Om het goede voorbeeld te geven voert de gemeente binnen de organisatie een beleid waarin met de bouw en verbouw van woningen en kantoren, uitsluitend milieuvriendelijke producten worden gebruikt. Verder voert zij een actief beleid om asbest uit openbare gebouwen en woningen te verwijderen. Hiervoor maakt de gemeente een inventarisatie van alle gemeentelijke en niet gemeentelijke gebouwen en aansluitend een asbestverwijderingsplan.

Overal komen ondergrondse vuilcontainers die het eenvoudig en schoon scheiden van afval mogelijk maken. De investeringskosten hiervan worden niet op de burger verhaald door hogere afvalstoffenheffing. Integendeel: de bereidheid van de inwoners om mee te werken aan de gescheiden inzameling zou op termijn moeten worden beloond met een lagere afvalstoffenheffing. Invoering van andere systemen, zoals het betalen van afvalinzameling op gewicht en/of volume wijst de SP van de hand. De praktijk heeft uitgewezen dat dit averechts werkt op de bereidheid tot gescheiden inzameling en afvaltoerisme in de hand werkt.

Naast een actief milieubeleid moet ook het dierenwelzijn op de agenda van de gemeente staan. Zo moeten werkzaamheden die dieren kunnen verstoren, zoals bomenkap, rietsnijden en het uitbaggeren van sloten, niet plaats vinden in het voorjaar en het broedseizoen. Niet commerciële organisaties zoals het dieren-asiel, dierenambulances en andere dieropvangcentra dienen door de gemeente (financieel) te worden ondersteund. Ook voor de opvang van gewonde en zieke dieren draagt de gemeente zorg.

VERKEER en VERVOER

Hoe kom je daar? Verdere verschraling van het openbaar vervoer per bus in Schiedam moet tegengehouden worden. De (internationale) concurrentiepositie van geprivatiseerde vervoersbedrijven moet ondergeschikt zijn aan hun taak om mensen te vervoeren. De SP vindt dat er een kosten - batenanalyse moet worden gemaakt of sterk gereduceerde (gratis) bus- en tramkaartjes opwegen tegen de besparingen op het gebied van wegenaanleg en andere voorzieningen voor het autoverkeer.

De gemeente moet zich inzetten voor een bereikbare stad, waar je veilig kunt lopen, fietsen én autorijden. Schiedam prijkt met maar liefst vier straten op de zwarte lijst met 200 vieze stadswegen. Het milieu en de gezondheid van de burgers lijdt onder die vervuiling. Daar moet iets aan gedaan worden. Het moet aantrekkelijk gemaakt worden om op de korte afstand gebruik te maken van de fiets.

Het algemene onderhoudsbeeld van alle wegen en fiets- en voetpaden kan veel beter. De gemeente zet zich de komende jaren in voor een grondige renovatie van alle wegen in Schiedam. In de jaren na de renovatie wordt er door een verstandig onderhoudsplan voor gezorgd dat het goed blijft.

Er moeten meer rechtstreekse en veilige voetgangers- en fietsroutes komen. Bij tijdelijke wegopbrekingen of andere belemmeringen moeten er veilige paden zijn voor voetgangers en fietsers. Schiedam doet mee aan de "stop-de-dief-chip" actie om fietsendiefstal tegen te gaan. Bij winkelcentra en stations van trein en metro horen overdekte en beveiligde fietsenstallingen.

De veiligheid, verlichting en toegankelijkheid van de stations van trein en metro moet goed geregeld worden. De gemeente hoort hierop en op het schoonhouden en onderhouden van deze stations streng toe te zien.

De gemeente moet bij de NS aandringen op betere dienstverlening. Zo zou van station Schiedam Centrum een intercitystation gemaakt moeten worden en de NS moet zich er bij de aanleg van station Kethel niet met een koopje af willen maken. De NS moet samen met de gemeente zorgen voor veilige stations en het niet - zoals nu gebeurt - aan de gemeente overlaten.

JONGEREN

Investeren we in onze toekomst? De gemeente moet een actief jeugd- en jongerenbeleid voeren waarbij men rekening houdt met de verschillende (sub-)culturen. Uitgangspunt moet zijn dat de jongeren niet langer als lastig worden gezien maar als volwaardige medeburgers.

Dit betekent niet alleen voldoende uitgaansgelegenheid en jongerencentra maar ook voldoende speelruimte. In elke wijk moet er voldoende speelruimte en sport / trapveldjes aanwezig zijn voor zowel kleuters als tieners. Die speelgelegenheden moeten ook actief te worden onderhouden. De SP wil een gemeentelijk speelruimteplan, waarin wordt vastgelegd wat de minimum hoeveelheid buitenspeelruimte per wijk is en hoe dat onderhouden wordt.

Er moet meer inzet vanuit het jongerenwerk zijn om aparte activiteiten voor jongeren in de leeftijd 12 tot 15 te organiseren. Het jongerenwerk dient uitgebreid te worden tot minimaal 3 medewerkers per wijk, twee ambulante medewerkers en één vaste facilitair medewerker. In de wijkcentra moet meer ruimte zijn voor activiteiten voor jongeren. Wanneer er geen ruimte beschikbaar is moet een andere ruimte in de wijk hierop ingericht te worden. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan het multi-functioneel inzetten van schoolgebouwen. Buiten schooltijd kunnen in die gebouwen activiteiten georganiseerd worden zoals bijvoorbeeld cursussen.

De zogenaamde JOP's (jongerenopvangplaatsen) werken niet of nauwelijks. De JOP's die er zijn, moeten zo ingericht worden, dat er minimaal twintig jongeren droog en in het licht kunnen 'chillen'.

Door jongeren zelf verantwoordelijk te maken voor de ruimtes die zij mogen gebruiken, wordt hun betrokkenheid groter. Door die betrokkenheid bij de ruimtes groeit ook de betrokkenheid met de wijk en de stad.

Jongeren moeten duidelijker weten waar ze terecht kunnen met ideeën,vragen of problemen. De gemeente kan een rol spelen in de informatievoorziening naar jongeren. De website van de gemeente moet uitgebreid worden met een speciale sectie voor jongeren, met allerlei informatie over zaken de jongeren aangaan en interesseren.

OUDEREN

Telt iedereen nog mee? Ouderen maken een steeds groter wordend deel uit van de bevolking. Het overgrote deel van de mensen van 65 jaar of ouder woont zelfstandig. Ouderen zijn opvallend vaak actief als vrijwilliger. Ten onrechte spreekt de politiek over "vergrijzing" als een probleem. Voor de SP vormen ouderen geen probleem. Ouderen kunnen langer mee doen in de maatschappij en de samenleving langer laten profiteren van hun kennis en ervaring.

Uitgangspunt van de SP is dat ouderen zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Daarvoor moet dus gestreefd worden naar verbetering van woon- en leefomstandigheden, een goede gezondheidszorg en een optimaal stelsel van eerste-lijnsvoorzieningen. Dat betekent integrale zorg in wijkteams bestaande uit huisartsen, thuiszorg, maatschappelijk werk, wijkverpleging en ouderenadviseurs. Goede gezondheidszorg binnen de gemeente moet gegarandeerd worden en mag niet verruild worden voor schaalvergroting in mega-ziekenhuizen. Ouderenzorg dient dicht bij huis te worden gegarandeerd. Die huizen moeten er dan wel zijn en dat betekent het bouwen van betaalbare, aangepaste zorg - en ouderenwoningen.

De SP verzet zich onvoorwaardelijk tegen elke verdere verslechtering van zorg voor ouderen. We zijn voor uitbreiding van de zorg, uitbreiding van huisvesting, kennisoverdracht aan en door ouderen, fatsoenlijke vervoersregelingen en een ruimhartige toepassing van de bijstandswet voor ouderen met alleen AOW of een klein pensioentje.

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) biedt nieuwe kansen, maar ook bedreigingen. De gemeente moet de wet goed en ruimhartig uitvoeren, om te voorkomen dat verworven rechten worden afgebroken. De gemeente moet samen met alle betrokkenen snel met een visie komen over uitvoering van de WMO, met als uitgangspunt wijkgericht maatwerk en een sluitend netwerk rond alle zorg thuis. De invoering van de WMO mag niet leiden tot aantasting van het voorzieningenniveau van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) die opgenomen wordt in de WMO. In de verordening die de gemeente moet vaststellen voor de WMO moet een aantal zaken vastgelegd worden. In de verordening moet een inkomensafhankelijk maximum voor eigen bijdragen aan de WMO opgenomen worden, de medezeggenschap van patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties moet goed geregeld worden en in de verordening moet het recht op de keuze tussen zorg in natura en een persoonsgebondenbudget vastgelegd worden.

FINANCIËN

Waar halen ze het geld vandaan? Natuurlijk vindt de SP dat een verstandig financieel beleid gevoerd moet worden. Dat betekent dat inkomsten en uitgaven van de gemeente in balans moeten zijn. Sparen of reserveren is ook verstandig om financiële tegenvallers op te vangen, zonder direct belastingen te moeten verhogen. Juist in economisch en financieel zware tijden zoals nu kan een beroep gedaan worden op die reserves. Niet elke financiële meevaller moet in de spaarpot van de gemeente worden gestort.

Samen met de woonlasten zijn de lokale belastingen de belangrijkste veroorzakers van de inflatie. Hiermee doet de gemeente in feite aan een soort ongewenste inkomenspolitiek die vooral voor mensen met lagere inkomens zeer nadelig uitpakt.

De SP vindt dat die ontwikkeling moet worden gestopt. Inkomenspolitiek moet op de eerste plaats bedreven worden door de Rijksoverheid met maar één belasting, de inkomstenbelasting. Zolang dat nog niet het geval is kan gekozen worden voor een second best oplossing op lokaal niveau. Dat betekent op de eerste plaats overschotten investeren in de voorzieningen en de sociale infrastructuur en de tarieven niet verder laten stijgen dan de inflatiecorrectie. Juist in Schiedam, waar de afgelopen jaren veel dure huizen zijn gebouwd, is nivellering mogelijk.

Dat kan door de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolbelasting in elkaar te schuiven. De heffing en de belasting blijft dan voor iedereen gelijk. In tegenstelling tot wat nu het geval is gaan bedrijven door middel van de ineengeschoven belasting die wel betalen en krijgt de gemeente meer geld binnen. Een tweede stap is het verhogen van de OZB en het verlagen van het aandeel afvalstoffenheffing en rioolbelasting. Dat heeft tot gevolg dat bewoners van panden met een waarde vanaf 205.000 euro meer gaan betalen en bewoners van goedkopere panden minder.

De hondenbelasting zou een doelbelasting moeten zijn en geen algemene heffing. Het geld dat hondenbezitters betalen moet gebruikt worden om voorzieningen voor honden te betalen. Daar hoort ook een beleid bij waarmee de overlast van honden zo veel mogelijk beperkt wordt. Als iedere hondenbezitter keurig betaalt voor z'n viervoeter, dan kan de hondenbelasting ook fors omlaag.

Door te kiezen voor open-sourcesoftware in plaats van dure software van monopolisten zoals Microsoft kan de gemeente tonnen besparen. Een onderzoek in opdracht van de SP-fractie weest uit, dat alleen al de vervanging van Microsoft Office door OpenOffice een besparing oplevert van meer dan 300.000 euro. OpenOffice doet kwalitatief in geen enkel opzicht onder voor de software van Microsoft.

Jaar na jaar stelde de SP voor om de winsten van de ONS af te romen, maar daar werd pas in 2005 gehoor aan gegeven. De ONS is voor de volle honderd procent in handen van de gemeente. Door de verzelfstandiging is de democratische zeggenschap over het bedrijf weggevallen, maar de winst kan als dividenduitkering nog teruggehaald worden, zodat de besteding daarvan wél onder democratische controle plaatsvindt. De ONS wordt betaald door de gemeente en door de burgers van Schiedam om allerlei diensten te verlenen. Van straatvegen tot kabeltelevisie en van vuilophalen tot internet. De ONS maakt daarop winst, geld dat toebehoort aan de Schiedammer en dat niet in een potje moet verdwijnen.

U bent hier